Op een avond in 1905 doet een beurtschipper op het Noord-Hollands Kanaal een lugubere ontdekking. Hij vindt een lijk in het water, trekt het aan boord en levert het volgens voorschrift zo snel mogelijk af bij het bevoegd gezag. Het daaropvolgende onderzoek wijst in de richting van een moord. Deze gebeurtenis heeft onverwachte gevolgen voor schipper Wijnand Kops: het leven aan wal, waarvan hij doelbewust afstand had genomen, krijgt geleidelijk aan weer greep op hem. Als zijn schip die winter vastligt in het ijs, gaat hij op zoek naar de achtergrond van de moord en leert een gemeenschap kennen waarin iedereen alles van elkaar weet, maar niemand een schuldige kan aanwijzen. De vergunninghoudster van Het Jagertje weet meer dan ze kwijt wil, evenals de knecht die de vlotbrug bedient. Men vreest dat de onnozele Neel, die voor een buitenlandse kunstenaar geposeerd heeft en zich door hem heeft laten bezwangeren, haar mond voorbij zal praten. De aanstoot is een bijzondere liefdesgeschiedenis, gekenmerkt door het conflict tussen traditionele waarden en de oprukkende moderne tijd, de aantrekkingskracht van het nieuwe en de angst voor alles wat vreemd is.