‘Knippen is geen kunst,’ zei de kapper, ‘maar modèlknippen!’
Lodewijk Wiggers, de grondlegger van de LOWI Metalen Ramen Fabriek, krijgt regelmatig de kapper ‘aan huis’. Maar het is de vraag in hoeverre de kapper zich bezighoudt met knippen: na sommige knipbeurten blikt er vrijwel geen haar op de grond te liggen. De schaar die ‘als een vogel met een meedogenloze metalen snavel’ rond Lodewijks hoofd cirkelt brengt méér in model dan de grijze kuif van de bejaarde zakenman. Er is sprake van diens ‘rondmorrelende gedachten’ die hem beletten tijdens het knippen stil te zitten.
‘Wat is dat eigenlijk voor iemand, die kapper?’ vraagt Ad Wiggers die plotseling met de verzorging van zijn bejaarde oom wordt opgescheept. Is de kapper verantwoordelijk voor het trieste lot van Lodewijk?
‘En hoofdwonden,’ zei Alberts nadenkend. ‘Hele kleine hoofdwonden. Je zou haast denken aan foltering…’
‘De kapper,’ zei ik. ‘Dan moet het de kapper zijn geweest!’
‘De kapper?’
Ik vertelde alles over de kapper.